OSO-studenten

Studenten van OSO zijn mensen uit de praktijk, mensen met onderwijservaring die zich verder willen professionaliseren in de zorg voor leerlingen die extra zorg nodig hebben. Dat is in de hele geschiedenis van de OSO-opleidingen zo geweest.

Het aantal studenten dat bij OSO een opleiding ging doen is steeds sterk afhankelijk geweest van wet- en regelgeving, onder andere rond bekostiging.

Daling aantal studenten
Vanaf zo ongeveer 1984/1985 bleek dat er sprake was van een stagnatie van de groei van het aantal reguliere aanmeldingen voor de Opleidingen Speciaal Onderwijs. Waarna het aantal aanmeldingen in de daaropvolgende jaren begon te dalen.
Hierop verzocht de toenmalige directeur Sjoerd de Jong aan de stafmedewerkers Thomas van Doorn en Kees Bazuine om de P.R. en Werving te restylen. Als eerste werd - aansluitend bij de ontwikkelingen - niet langer gesproken over de Opleidingen Buitengewoon Onderwijs, maar over de Opleidingen Speciaal Onderwijs (OSO).


(Studentenaantallen van 1980 tot en met 1993)


Een OSO-logo werd ontworpen en snel hierna werd - uitgaande van de missie - de pay off 'Als het gewoon niet gaat...' geïntroduceerd. Die drukte op dat moment de kern uit, van waaruit de medewerkers van de Opleidingen Speciaal Onderwijs wilden werken. Als vanouds gedreven, uitermate betrokken en deskundig. De toegankelijkheid en leesbaarheid van de prospectussen werd verbeterd. Terwijl er daarnaast aan werd gewerkt om de prospectussen 'levendiger' te maken, door het plaatsen van foto's. De foto's moesten vanuit de dagelijkse werkelijkheid van de scholen voor speciaal onderwijs de interactie en persoonlijke ontwikkeling tot uitdrukking brengen.

In het opleidingsjaar 1991/1992 bevonden de studentenaantallen van OSO zich op een dieptepunt, nl. 550 studenten. Onder leiding van de bezielende en ondernemende Miel Boeijkens ging het weer bergop. OSO bereikte in de eerste jaren van het nieuwe millennium een vrij studentenaantal tussen de vier- en vijfduizend per jaar.