Aan het stuur: Prince

Bij gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de Bond was door Mr Schelfhout, directeur van het Centraal Bureau voor Onderwijs en Opvoeding al gesproken van een 'Christelijke periode' (van 1924-1949) en een 'Princelijke periode'.
Bij het afscheid van Prince van 'de Bond' in 1969 werd de relatie tussen die twee nog eens getypeerd door J. Penders: "In 1948 haalde Christ de heer Prince, toenmalig hoofd der school te Boxtel naar Assissiƫ om hem daar straks als hoofd op te volgen en daarmee werd Prince kroonprince. Het zat er dik in dat hij Christ ook zou opvolgen als voorzitter van de Bond". En zo was het. Ook werd Prince - logischerwijs studieleider van de Vakstudie. Immers, we lezen in het jaarverslag 1958 van de Bond ter bevordering van het R.K. Buitengewoon Onderwijs: "Een ander aspect van de Vakstudie is de organisatie van de cursussen en de cursusleiding. Voor het onderdak dat de R.K. Leergangen te Tilburg steeds aan de vakstudie heeft gegeven zijn wij zeer dankbaar en de door de R.K. Leergangen in het leven geroepen traditie, dat de vakstudieleiding wordt toevertrouwd aan de bondsvoorzitter heeft bij ons grote waardering gevonden. Het bondsbestuur zou echter liever bepaalde garanties hebben voor de voortzetting van dit verband. Het heeft daartoe bereids een overleg voorgesteld aan het Curatorium der R.K. Leergangen en hoopt dat dit zal leiden tot een regeling die wederzijds kan worden gewaardeerd".
Dat gebeurde een jaar later. In het jaarverslag van de Bond ter bevordering van het R.K. Buitengewoon Onderwijs 1959 lezen we: " Het overleg met het curatorium der R.K. Leergangen te Tilburg (…) heeft ertoe geleid dat in de benoeming van de vakstudieleider het bondbestuur zeggenschap heeft gekregen. Uiteraard niet de laatste zeggenschap, maar wel zo dat de band tussen Bond en Vakstudie verzekerd is."

In 1964 bleek Prince wegens ziekte niet in staat om zijn werk als studieleider van de vakstudie B.O. uit te voeren. Sj. J. De jong werd bereid gevonden waarnemend studieleider te worden.